Parodontologie

Parodontologie is het wettelijk erkende tandheelkundige specialisme dat zich  richt op aandoeningen van het parodontium. Dit is de wetenschappelijke benaming van het ‘steunweefselcomplex rondom de tand’, (‘par’= rondom, ‘odont’= tand). Zowel inflammatoire (meestal van infectieuze aard) als niet-inflammatoire aandoeningen worden door de parodontoloog behandeld. Het parodontium bestaat uit het tandvlees, kaakbot en parodontale vezels. Deze laatste verbinden de tandwortel met zowel het kaakbot alsook met het tandvlees.

Het contact tussen het tandglazuur en de tandvleesrand vertoont in gezonde toestand een opening met diepte van ca. 2mm. Deze gleuf wordt de ‘parodontale pocket’ genoemd. Het impact van de aanwezigheid van deze pocket is vrij groot. Tandplak is géén film etenresten die aan de tanden kleeft, maar een laag levende bacteriën afkomstig uit het speeksel. Bacteriën in de mond vermenigvuldigen zich om de 20 minuten. Maw. tandplak is een continu groeiend depot aan bacteriën. Omdat er een pocket aanwezig is met diepte 2mm te rekenen vanaf de tandvleesrand naar beneden toe, is het belangrijk om te beseffen dat tandplakvorming zich enkel boven de tandvleesrand manifesteert (‘supra-gingivaal), maar ook onder de tandvleesrand (‘subgingivaal’). Subgingivale tandplak is niet zichtbaar en ook niet bereikbaar voor de tandenborstel.

Na 3-4 dagen van ongestoorde tandplakvorming, zal tandplak door neerslag van calcium en fosfaten “verkalken” . Tandsteen is hard, poreus en niet verwijderbaar door poetsen. Tandsteen kan men zich voorstellen als ‘een kaas met gaten’. In de poreuze toplaag zitten opnieuw levende bacteriën, opnieuw met een vermenigvuldigingssnelheid van 1x/2o minuten.  Tandplak en tandsteen vormen aldus een depot of reservoir aan bacteriën.

‘Gingivitis’(ontsteking van alleen het tandvlees) en ‘parodontitis’(ontsteking van tandvlees, kaakbot en parodontale vezels) worden veroorzaakt door de bacteriën uit tandplak en tandsteen, vooral uit het subgingivale gedeelte ervan.

‘Parodontitis’ of ‘uitgroeien van de tanden’ is een degeneratief proces van het parodontium waarvan de meeste mensen, alsook vaak nog veel tandartsen, aannemen dat het deel uitmaakt van het natuurlijk verouderingsproces. Dit is wetenschappelijk niet correct en totaal achterhaald. Dit proces manifesteert zich bij ca. 40% van de bevolking, onafhankelijk van de leeftijd. De groep mondbacteriën die dit veroorzaakt is inmiddels goed geïdentificeerd en maakt normaliter géén deel uit van de normale mondflora. Verrassend is het feit dat familieleden (en huisdieren) en partners mondbacteriën aan elkaar door geven door te zoenen! Parodontaal schadelijke bacteriën (ca. 5% van de 800 in speeksel mogelijks aanwezige microben) kunnen aldus aan elkaar doorgegeven worden. De factor ‘besmettelijkheid’ is een vaststaand feit. Indien deze bacteriën zich huisvesten in een individu met onvoldoende immunologische bescherming (erfelijk bepaald) zal parodontitis optreden. Deze bacteriën kunnen bovendien via het geïnfecteerde parodontium zich een weg banen naar de algemene bloedsomloop alwaar ze aderverkalking (en dus hartinfarcten…) kunnen versnellen bij cholesterol gevoelige patiënten. Andere mogelijke risico’s van chronische, onbehandelde parodontitis zijn: ontregeling van de insuline-spiegel bij diabetici, verhoogd risico op luchtweg- en longinfectie, verhoogd risico op vroeggeboorte bij zwangere parodontitispatiënten.

De behandeling van parodontitis is dus een infectie-behandeling, vaak aangevuld met selectieve antibiotica, teneinde de ‘foute’ bacteriën uit het mondmilieu te verwijderen. Nazorg o.v.v. regelmatige controle zittingen is noodzakelijk om het bereikte behandelresultaat te verzekeren.

De term ‘uitgroeien van de tanden’ wordt gehanteerd omdat men aanneemt dat tanden uit het kaakbeen groeien. Dit is niet correct. Wanneer door parodontitis kaakbot verloren gaat in de richting van de wortelpunt, vermindert de ondersteuning van het tandvlees en zal de tandvleesrand naar de wortelpunt toe wegzakken. Hierdoor beginnen de door parodontitis aangetaste tanden er langer uit te zien en ontstaan er openingen tussen tanden en tandvlees. De grenzen tussen tandglazuur en tandwortel worden mede zichtbaar.